Voor een ervaren moestuinier is wisselteelt waarschijnlijk geen onbekend begrip, maar mocht je net nieuw zijn in de wereld van zaaien, telen en oogsten, dan is wisselteelt een onderwerp dat de nodige aandacht verdient. Wisselteelt in de moestuin voorkomt namelijk bepaalde plagen en ziekten in je gewassen en zorgt er daarnaast voor dat de bodem vruchtbaar blijft. Een waardevolle techniek dus!
Wat is wisselteelt?
Simpel gezegd gaat het er bij wisselteelt om dat je niet elk jaar hetzelfde gewas op hetzelfde stukje grond teelt. Je zorgt er bij wisselteelt juist voor dat er elk jaar een ander soort eenjarig gewas op hetzelfde stukje grond groeit volgens een vaste volgorde. Daarin worden zes soorten gewassen onderscheiden:
- Aardappelen: alle soorten aardappel.
- Peulgewassen: alle soorten bonen zoals witte bonen of sperziebonen, peulen, erwten en kapucijners.
- Koolgewassen: alle soorten kool, zoals spruiten, boerenkool en spitskool, maar ook tuinkers, rucola, paksoi, radijs en rammenas, mizuna, broccoli, bloemkool, meiknol, snijmoes, (kool)raap en raapsteel.
- Bladgewassen: zoals andijvie, witlof, verschillende soorten sla, bleekselderij en andijvie.
- Vruchtgewassen: zoals pompoen, komkommer, courgette, aubergine en paprika.
- Wortelgewassen: alle variaties op de wortel, maar ook pastinaak, knolgewassen zoals rode biet en lookgewassen zoals prei, knoflook, ui en sjalot.
Ziektes en plagen voorkomen
Als er een spreekwoord aansluit op wisselteelt is het wel ‘voorkomen is beter dan genezen’. Zoals we hierboven al even kort benoemden voorkom je door wisselteelt dat bepaalde plagen en ziektes, zoals bijvoorbeeld bruinrot bij aardappelen, knolvoet en de tomatenplaag zich verspreiden. Sporen, eitjes, poppen en rupsen van sommige ziekteverwekkers en plagen leven in de grond, maar vaak maar voor een paar jaar. Door een gewas dat gevoelig is voor een bepaalde ziekte of plaag steeds maar een jaar op een bepaald stuk grond te zaaien en daarna weer een aantal jaar niet, maak je het voor de ziekteverwekkers en plagen moeilijk om zich verder te ontwikkelen.
Gratis voeding door wisselteelt
De ene groente is de ander niet en dus heeft ieder soort gewas ander soort voeding nodig. Ook daarbij kan wisselteelt een handje helpen. Zonder wisselteelt is de kans groot dat de bodem uitgeput raakt en daardoor niet de voeding kan geven die een plant nodig heeft. Met wisselteelt daarentegen maak je met het ene gewas de grond beter voor het gewas dat erna komt. Peulgewassen bijvoorbeeld zorgen voor extra stikstof in de bodem, waar koolgewassen dan vervolgens weer profijt van hebben.
Hoe meer, hoe beter
In de meest ideale wereld deel je de moestuin op in zes delen, overeenkomend met de bovenstaande zes gewassen. Helaas is dat niet voor iedereen haalbaar, zeker wanneer het aantal vierkante meters beperkt is. Zorg er dan voor dat je in ieder geval drie of vier vakken hebt. Voor een gezond en goed gewas is het namelijk slim om hetzelfde gewas niet vaker dan eens per drie jaar op hetzelfde stuk grond te plaatsen. Je begrijpt, hoe meer vakken, hoe langer het duurt voordat hetzelfde gewas weer op hetzelfde stuk grond staat. Dus: hoe meer vakken hoe beter.
Handig ezelsbruggetje: Alle Pesticiden Kunnen Beter Vermeden Worden
Mocht je de ruimte hebben voor zes vakken, dan is er een handig geheugensteuntje om wisselteelt nog eenvoudiger te maken: Alle Pesticiden Kunnen Beter Vermeden Worden. Viel het je al op? Alle eerste letters komen precies overeen met de eerste letters van de namen van de zes eerder genoemde gewassen. Wat dat precies betekent? Als je eerst aardappelen hebt geplant, dan plant je daarna het beste peulgewassen en dat jaar daarna koolgewassen. Plant je eerst vruchtgewassen, dan kun je daarna het beste wortelgewassen planten, gevolgd door aardappelgewassen. Eenvoudig, maar enorm doeltreffend.
Heb je nog een beetje ruimte over? Dan kun je daar eventueel je vaste planten plaatsen, zoals rabarber, asperges en artisjok.
Wisselteelt met vier vakken
Kun je jouw moestuin in niet meer dan vier vakken verdelen? Geen probleem! Sommige groenten zijn samen te voegen tot één groep:
- Nachtschadegewassen: aardappelen en vruchtgewassen
- Peulgewassen
- Kool- en knolgewassen
- Wortel- en bladgewassen
Wisselteelt met drie vakken
Mocht je nog minder ruimte hebben, omdat je bijvoorbeeld in bakken teelt, kun je ook de volgende volgorde aanhouden, opgedeeld in drie groepen:
- Groenten die veel stikstof gebruiken: aardappelen, koolgewassen, bladgewassen en vruchtgewassen
- Groenten die weinig stikstof verbruiken: wortelgewassen
- Groenten die stikstof aan de grond geven: peulgewassen
Tijdens de winter, als de moestuin voor een groot deel leeg staat, is het slim om groenbemesters te zaaien. Benieuwd hoe je dat het beste aan kunt pakken? Lees dan de blog over groenbemesters. Daarin leggen we stap voor stap uit hoe je het van groenbemesters het beste aan kunt pakken.