Dat je op dit artikel hebt geklikt, betekent dat je interesse hebt in moestuinieren. Maar of je nu een ervaren moestuinier bent of een beginner, er valt altijd iets te leren. Daarom in dit blog een aantal handige weetjes op een rij:
-
Ben je net nieuw op het gebied van moestuinieren? Begin dan klein, in potten bijvoorbeeld. Op die manier heb je minder kennis nodig en kun je rustig ontdekken wat er allemaal bij komt kijken. Is het na een jaar goed bevallen? Ga dan een stapje verder.
-
Maak het jezelf gemakkelijk door zaden van hetzelfde gewas bij elkaar te zetten. Zo’n familie heeft vaak dezelfde omstandigheden nodig: dezelfde grond, dezelfde hoeveelheid water en dezelfde voeding.
-
Vergeet de bloemen niet. Bloemen zijn essentieel in je tuin, omdat ze bestuivende insecten en insecten zoals mieren en slakken aantrekken. Heb je geen ruimte voor bloemen? Dan kun je ook heel goed je gewassen door laten schieten tot er bloemen uit komen. In onze blog over biologische zaden en bloemen voor bijen lees je welke bloemen geschikt zijn.
-
Karton houdt onkruid tegen en zorgt ervoor dat de bodem langer vochtig blijft. Ga daarom op zoek naar ongebleekt karton zonder opdruk, snij het in repen en leg het aan het begin van het seizoen tussen de planten in de kas met daarop een laag mest en/of compost. Na één seizoen verteert het uit zichzelf.
-
Voor de composthoop kun je kartonnen eierdozen gebruiken. Gebruik ze als onderste laag bij het opstarten van een composthoop. Eierdozen hebben een soortgelijk effect als een laag takjes. De tussenruimte zorgt namelijk voor zuurstof waardoor de vertering van je groene afval beter opstart.
-
Zet bonen die je in het najaar oogst (uit dorre en droge peulen) eerst 48 uur in de vriezer. Laat ze daarna vervolgens nog enkele dagen buiten de vriezer drogen. Door het invriezen voorkom je dat eventuele larven van de bonenkever in de bonen worden geboren.
-
Plant courgette- en pompoenplanten op een hoop paardenmest met stro. Maak een gat in de heuvel, stop daar potgrond in en plant het zaadje daarin. Uit de mest halen de plantjes voeding en mineralen. En daarnaast houdt hij vocht en warmte vast en onkruid tegen. Wanneer je de plantjes aan het einde van het seizoen rooit, is de mest inmiddels gecomposteerd en kan je hem gebruiken op andere plekken in de tuin.
-
Oogst pompoenen wanneer het steeltje donkerder kleurt. Bij sommige soorten betekent dat een kurkachtige buitenkant, bij anderen blijft het bij kurkstreepjes.
-
Pluk courgettes als ze nog jong zijn, als ze ongeveer 15 centimeter lang zijn. Ze zijn dan veel smaakvoller en daarnaast geef je de plant de kans om weer nieuwe bloemen te laten groeien. Een courgetteplant produceert geen nieuwe bloemen wanneer er al drie volgroeide vruchten aan de plant hangen.
-
Wanneer voorgezaaide winterpreiplantjes rond juli de dikte van een potlood hebben, is het tijd om ze in de volle grond te planten. Vervolgens kan je vanaf januari de eerste winterpreien oogsten.
-
Vertrouw op de natuur. Vaak willen we van alles bestrijden met middeltjes. Maar wanneer we de natuur haar werk laten doen, is dat vaak niet nodig.
-
Wil je toch ingrijpen doe dat dan met zelf gebrouwen middeltjes. Rabarber, knoflook en uien zijn lekker door gerechten, maar zitten ook boordevol werkzame stoffen om planten te versterken en belagers weg te jagen. Verwerk ze als extract of thee en gebruik ze tegen allerlei plagen.
-
Heb je een wat grotere moestuin? Zorg dan dat je een plank van een paar meter hebt liggen. Wanneer je ter plaatse iets wilt zaaien of planten, leg je de plank in het pad. Zo houd je de losgewoelde grond luchtig én zorg je dat je rijtjes recht blijven.
-
Teel munt in een pot. Deze plant kan namelijk flink woekeren en daarbij kan je een pot gemakkelijk verplaatsen.
-
Wil je verzekerd zijn van een goede oogst? Gebruik dan altijd de zaaikalender.
-
Zaai sla, andijvie, venkel, paksoi en rucola elke twee weken, precies zoveel als je in twee weken gebruikt. Zo heb je het hele jaar genoeg en zit je niet met enorme overschotten.