Wat is een groenbemester?
Bij groenbemesting teel je bepaalde planten op een stuk grond in je (moes)tuin met het doel die vervolgens te mulchen of onder te ploegen. De planten worden vervolgens afgebroken en opgenomen door de bodem, waardoor die verrijkt wordt. Dat zorgt voor een goede voedingsbodem voor de groenten, kruiden of bloemen die je in je moestuin wilt verbouwen. Er bestaan verschillende soorten groenbemesters: planten die stikstof kunnen vasthouden en dus ook aan de grond kunnen overdragen, planten die met hun massa de hoeveelheid organische stof in de grond kunnen verhogen, en planten met een sterk wortelstelsel. Die laatste kunnen ervoor zorgen dat zware grond wat losser wordt.
De voordelen van een groenbemester
- Met een groenbemester voeg je organisch materiaal toe aan de grond, wat zorgt voor gezondere aarde.
- Daardoor houdt de grond ook automatisch meer voedingsstoffen vast, die je groenten nodig hebben om te groeien.
- Een groenbemester kan lange wortels hebben en zo grondstoffen aanspreken waar groenten normaal gesproken niet bij kunnen. Die voedingsstoffen breng je hierdoor naar het oppervlakte.
- Door groenbemesters te zaaien ga je onkruid tegen.
- Een groenbemester kan bestuivers zoals hommels en vlinders aantrekken.
- Ook onkruid kun je door de grond schoffelen en het als groenbemester gebruiken.
Een plant als groenbemester
Er zijn verschillende plantensoorten die je als groenbemester kunt gebruiken. Zo worden vlinderbloemige planten zoals lupine en klaversoorten vaak gebruikt omdat ze stikstof uit de lucht kunnen binden tijdens hun groei. Daardoor zorgen ze ervoor dat de grond een hoger stikstofgehalte krijgt, wat nuttig is voor sommige groentesoorten. Daarnaast groeien de wortels van lupinen diep. Ze maken de grond daardoor goed los en kunnen dieper gelegen voedingsstoffen benutten.
Ook niet-vlinderbloemige planten, zoals grassen, kunnen gebruikt worden als groenbemester. Een goed voorbeeld is de phacelia. Phacelia is een snelle groeier die de bodem bedekt en daardoor tijdens de groei veel organische stof opbouwt. Bij het omspitten van deze groenbemester wordt die organische stof omgezet naar voedingsrijke humus.
Groenbemester stappenplan
1. De juiste groenbemester kiezen
Elke soort groenbemester heeft zijn eigen kenmerken en voordelen. Het soort groenbemester dat het beste bij je moestuin past, is afhankelijk van de staat van de grond en de groenten die je erop wilt verbouwen. Wil je meer stikstof aan je grond toevoegen, dan kies je voor bloemzaden van vlinderbloemigen. Heeft de grond in je moestuin juist behoefte aan een hoger percentage organische stof? Dan kun je bijvoorbeeld phacelia zaaien of kiezen voor bladrammenas en rogge.
2. De groenbemester zaaien
Sommige mensen zaaien hun groenbemester in het najaar, nadat de oogst is binnengehaald. Je kunt er echter ook voor kiezen om de groenbemester in het voorjaar met de groenten mee te laten groeien. Het kan gebruikt worden om de ruimte tussen de groenten op te vullen en gaat zo de groei van onkruid tegen. Je kunt bijvoorbeeld phacelia zaaien als bodembedekker. Er bestaan ook groenbemesters die meedraaien in de vruchtwisseling. Dat betekent dat je er per jaar een stuk grond voor moet vrijhouden.
3. De groenbemester onderploegen
Is de oogst binnengehaald of is de groenbemester volgroeid, dan is het tijd om de planten om te spitten. Met een schoffel kun je de groenbemesters gemakkelijk loshalen en onderspitten. Daardoor kunnen de voedingstoffen die de plant in de bladeren en stengels heeft vastgelegd worden afgebroken en terugkeren naar de aarde. Ook zorgt het voor een gezonde humuslaag. Je kunt er ook voor kiezen de groenbemester te oogsten en op de composthoop te leggen. Het volgende jaar kun je die compost dan weer gebruiken als bemesting.